Tijm is heerlijk in gerechten. Ze is zeker niet het gemakkelijkste kruid om te zaaien en te telen, maar als het lukt kun je er bijna jaarrond blaadjes van plukken voor gebruik in de keuken. In de tuin zorgt ze voor een heerlijke geur bij aanraking en ze lokt tijdens de witroze bloei in de vroege zomer ook nog veel hommels. Zaai tussen half februari en half april. Oogst pas in het tweede jaar.
Zaai tijm vooral vroeg in het voorjaar. Tijm is een kruid dat uit Mediterrane streken komt, de plant (eigenlijk is ze een halfheester) is meerjarig maar matig winterhard. Om te zorgen dat de planten al zo groot en sterk mogelijk de winter in gaan begin je met het zaaien het liefst tussen half februari en half april.
Zaai tijm binnenshuis, bij kamertemperatuur. De zaden zijn heel klein en ze kiemen soms onregelmatig; sommige zaden kunnen al binnen 2 weken kiemen maar er zijn ook zaden die er wat langer over doen.
Zaai ongeveer 10 kleine zaadjes verspreid over een potje met potgrond dat je flink hebt verluchtigd met minimaal een kwart grof zand: pure potgrond is voor tijm niet fijn, het is te vast en te voedselrijk en het houdt teveel vocht vast. Tijm houdt van een droge, arme en luchtige grond.
Dek de zaden af met een dun laagje zand, maximaal 0,5 centimeter.
Houd de grond goed vochtig, de zaden mogen zeker niet uitdrogen, maar de grond mag dus zeker niet kletsnat zijn.
Tijm groeit heel langzaam, na het kiemen zul je de zaailingen nog enige weken binnen moeten verzorgen tot de zaailingen groot genoeg zijn en het buiten niet meer vriest. Zorg voor een plekje bij kamertemperatuur in een raamkozijn in de zon. Houd de zaailingen vochtig maar niet te nat. Mochten alle zaden opkomen knip dan de kleinste zaailingen weg tot je er uiteindelijk 3 in een potje overhoudt.
Als de zaailingen groot genoeg zijn mogen ze vanaf half mei buiten worden uitgeplant. Bedenk goed waar je de tijm wilt gaan zetten; ze houdt dus van volle zon en een arme en droge grond. En ze wordt maar 30 centimeter hoog. Om die redenen is een pot of verhoogde bak het meest geschikt. Als je haar in een pot wilt zetten, gebruik dan een pot met een diameter van ongeveer 25 centimeter. Gebruik potgrond waar je een kwart deel grof zand door mengt. In een verhoogde bak kun je wat grof zand door de bovenlaag van de grond werken om deze luchtiger, droger en armer in voedingsstoffen te maken.
Je hoeft verder dus ook geen voeding te geven, in de eerste weken na het overplanten naar de grotere pot of verhoogde bak moet je wel nog af en toe water geven. In een pot moet je, ook als de planten eenmaal groter en sterk zijn, natuurlijk wel af en toe water blijven geven, maar in een verhoogde bak is dat niet meer nodig.
Als de herfst komt en het nat en koud wordt kun je de tijm die in een pot staat een plekje tegen het huis geven, een beetje beschut tegen regen en vorst. In een verhoogde bak kun je eventueel bij heel strenge vorst de plant tijdelijk beschermen door wat gevallen bladeren tussen de planten te leggen zodat de grond minder snel bevriest. Zo kun je proberen de tijm in de winter over te houden en zo meerdere jaren van de planten en de oogst van blaadjes genieten. Geef in de wintermaanden in ieder geval geen water, de combinatie van natte wortels en vorst is gevaarlijker voor de plant dan vorst in droge grond.
Oogst in het eerste jaar niet al teveel blaadjes, je wilt dat de jonge planten groot en sterk zijn als de winter komt. Pluk alleen de kleine groene topjes, die zijn het lekkerst en het zorgt ervoor dat de plant gaat vertakken en steeds meer takjes en blaadjes maakt.
Vanaf het tweede jaar mag je zoveel blaadjes oogsten als je wilt, als je er maar voor zorgt dat er altijd ruim 1/3e deel van de plant intact blijft voor de aanmaak van nieuwe groei.
Verse blaadjes zijn natuurlijk het lekkerst, maar je kunt geplukte takjes ook nog wel een paar dagen bewaren. Rol ze dan losjes in een stukje keukenpapier en bewaar in de koelkast.
Tekst en beeld: Diana Stek
