Hoe zaai ik tuinkers?

Hoe zaai ik tuinkers?

Tuinkers of Lepidium sativum is een eenjarige plant die heel snel kiemt en groeit. Snel resultaat dus! Je kunt er vooral in de koelere maanden van het jaar regelmatig fris-pittige blaadjes van oogsten. Koop je tuinkers (sterrenkers) in de winkel dan eet je alleen het steeltje plus de twee kiemblaadjes. Als je die zaailingen echter door laat groeien krijg je volwassen tuinkers/sterrenkers (zie foto).

Wanneer zaai ik tuinkers?

  • Eind feb – half april
  • Begin sept
  • Kiemt snel

Je zaait tuinkers vooral in de lente en herfst, in de wintermaanden is het te koud, en in de zomermaanden schieten de planten snel door en gaan bloeien (en sterven daarna ook af). Om die reden zaai je tuinkers tussen eind februari en half april (of begin september). Tuinkers kiemt heel makkelijk en snel.  

Waar zaai ik tuinkers?

  • Volle grond
  • In pot
  • Koel en licht

Je kunt tuinkers direct in de volle grond zaaien maar de zaailingen zijn in het begin heel klein, daarom is het handig om in potjes voor te zaaien. Tuinkers houdt niet van warmte, je kunt in huis zaaien maar dan op een koele en licht plaats, bijvoorbeeld in een raamkozijn op een onverwarmde slaapkamer. Zelfs daar zullen de zaden al binnen een week kiemen.

Hoe zaai ik tuinkers?

  • Zaai- en stekgrond
  • 5-8 zaden per potje

Gebruik voor het voorzaaien potgrond dat je met een vijfde deel grof zand mengt en zo luchtiger maakt (of gebruik zaai- en stekgrond). Zaai zo’n 5 tot 8 zaden per potje, verspreid de zaden over het oppervlak van het potje. Dek de zaden af met een dun laagje (maximaal 0,5 centimeter) zand of potgrond/zandmengsel.

Hoe verzorg ik tuinkers?

  • In volle grond
  • Halfschaduw, vocht
  • Oogst vóór doorschieten
  • Spreid de oogst

Je kunt tuinkers ook in een pot telen maar dan zullen de planten sneller doorschieten (door de warmte van de pot, schommelingen in vocht/droogte, etc.). Het is beter om de zaailingen in de volle grond uit te planten, tuinkers houdt van een koele en vochtige grond in de halfschaduw.
Je kunt het hele kluitje met de 5 tot 8 zaailingen uitplanten als ze ongeveer 5 centimeter groot zijn, bij elkaar zullen ze er mooi en bossig uitzien. Als de plantjes groot genoeg zijn (ongeveer 20 centimeter) kun je de eerste kleine blaadjes oogsten. De planten worden uiteindelijk ongeveer 50 centimeter hoog.

Ondanks de koele standplaats zullen de planten aan het begin van de zomer door gaan schieten, dus oogst voor die tijd zo vaak en zo veel je wilt.  

Mocht je genoeg zaden hebben, spreid dan de oogst: zaai wat zaden in het voorjaar, maar (omdat de planten afsterven na de bloei) ook nog wat zaden rond eind augustus/begin september; dan kun je zowel in het voorjaar als in de herfst pittige blaadjes oogsten.

Omdat tuinkers zo snel kiemt en groeit en weer afsterft heeft ze niet heel veel voeding nodig, je kunt de grond 2 weken voor het uitplanten van de zaailingen wat algemene moestuinvoeding geven.

Hoe oogst ik tuinkers?

  • Pluk blaadjes
  • Laat bloeien
  • Oogst zaad om weer te zaaien

Je oogst de blaadjes wanneer je wilt, mits de plant groot genoeg is en het hart van de plant intact blijft en er weer nieuwe blaadjes gemaakt kunnen worden. Pluk de blaadjes zo kort mogelijk voor je ze wilt eten, want dan zijn ze het lekkerst.

Foto: tuinkers en breedbladige tuinkers. De breedbladige tuinkers is ook leuk en lekker maar de breedbladige vorm is de uitzondering op de normaal gesproken kleine, smalle blaadjes van de meest gangbare tuinkersrassen.

Als de planten eenmaal gaan bloeien kun je ze uit de grond halen en op de composthoop gooien want dan wordt het blad al geel en smaken de blaadjes bitter. Maar minstens zo leuk is het om de planten te zien bloeien; ook dat duurt niet zo lang, na ongeveer 3 weken is de bloei voorbij en worden de planten dor en droog en zandkleurig. Wacht dan nog 3 weken en dan kun je je eigen zaden oogsten!

Op de plaats waar de bloempjes hebben gebloeid zie je ovale half doorschijnende hoesjes met daarin roodbruine zaden. Trek die hoesjes met de zaden tussen duim en wijsvinger van de planten en leg ze op een bord in huis, warm maar niet in de zon. Na een week zijn de zaden droog en kun je ze (donker, koel en droog) bewaren tot het najaar of de volgende zomer. Of je zaait wanneer je wilt (dus bijvoorbeeld ook in de winter) door zaden vrij dicht op elkaar in een bakje op een dikke laag watten te strooien. Zet het bakje in huis op een plaats in het licht maar niet in de volle zon. Je hoeft de zaden nu niet te bedekken maar wel elke dag even kijken of de watten onder de zaden nog goed vochtig zijn, eventueel water geven. Binnen een week kiemen de zaden en een week later kun je de korte zaailingen afknippen en eten. Deze zaailingen zijn extra sterk van smaak, lekker fris en pittig. En van je eerste zelfgeoogste zaden!!

Tekst en beeld: Diana Stek

 

Meer in deze categorie