Munt is altijd lekker, soms in gerechten, soms in desserts maar zeker ook in de thee. Als je eens een muntplant hebt gekocht is de kans groot dat je nooit meer zonder munt zit! Het is een vaste plant en volledig winterhard, die zelfs flink kan woekeren. Je kunt er van begin maart tot ver in de herfst van oogsten.
Er bestaan heel veel soorten en rassen van munt (pepermunt, kruizemunt, watermunt, citroenmunt, basilicummunt, Zwitserse munt, etc.), sommige soorten en rassen kun je wel zaaien, sommigen niet, sommigen komen niet soortecht terug. Als je een specifiek soort of ras wilt kun je het best een plantje kopen in een goed gesorteerd tuincentrum, of een stekje vragen aan de persoon die de munt heeft die je wilt: ze groeit en wortelt zo snel dat niemand dat een probleem zal vinden. Als je een bosje heel verse munt op de markt of in een toko koopt is de kans zelfs aanwezig dat die nog uitloopt als je het direct stekt.
Als je munt zelf wilt zaaien, doe dat dan rond maart. Maar makkelijker en sneller en zeker soortecht is dus het stekken (of liever nog een stukje van de moederplant afsteken) en dat doe je bij voorkeur wat later in de lente, rond mei, wanneer de planten groeikrachtiger zijn.
Als je munt wilt zaaien kun je dat het beste doen bij kamertemperatuur. Stekken of afsteken doe je wanneer er ondertussen al goede en sterke stengels zijn en dat is dus wat later in de lente, en dat kan binnenshuis maar ook prima onder glas of buiten.
Gekiemde zaailingen en aangeslagen stekjes zet je bij voorkeur niet te warm; op een koele plaats groeien ze gezonder en meer gedrongen verder dan binnenshuis.
Je kunt de zaailingen/planten buiten uitplanten wanneer de zaailingen groot genoeg zijn en de worteltjes onderuit de afwateringsgaten van het potje groeien.
Je kunt munt in de volle grond planten maar bedenk dat ze flink kan woekeren, ze kan zich in 2 jaar in omvang al zeker al vertienvoudigen. De wortels van munt kunnen over randen en zelfs over en onder tegelpaden kruipen om aan de andere kant van de tegel weer verder te groeien. Om die reden zoek je een geschikte plaats als je haar toch in de volle grond wilt houden, of het makkelijkst: zet haar in een flinke pot. Bedenk dat de wortels van munt niet diep groeien, ze lijkt heel sterk en is dat ook, maar de grond mag zeker niet te vaak of te lang uitdrogen. Munt staat graag op een halfbeschaduwde plaats.
Zaai ongeveer 4 tot 5 zaden in een 9 x 9 centimeter potje. Gebruik potgrond die je luchtiger maakt door er wat grof zand door te mengen. Verspreid de zaden over het oppervlak van het potje. Dek de zaden af met een dun laagje (maximaal 0,5 centimeter) vermiculiet, zand of potgrond/zandmengsel. De zaden zullen binnen ongeveer 2 tot 3 weken kiemen.
Als je munt van een takje wilt stekken snijd je het takje onder een blad schuin af, verwijder de onderste blaadjes en doop de onderkant in stekpoeder. Zet het stekje in ieder geval zo’n 5 centimeter diep in een 9-centimeterpotje met zaai- en stekgrond of potgrond die je zelf wat luchtiger maakt door er wat grof zand door te mengen. Geef regelmatig een klein beetje water en houd de stekjes op een koele en schaduwrijke plaats tot de stekjes uit gaan lopen.
Het makkelijkst is het afsteken van een stukje munt; dat doe je het best tussen april en juni, wanneer de planten groeikrachtig zijn. Aan de buitenrand van de plant zoek je één of meerdere gezonde en groeikrachtige uitlopers. Steek met een scherp mes door de worteltjes in de grond en snijd zo een stukje van de moederplant af. Munt wortelt niet erg diep maar vooral breeduit, het afsnijden van een stukje plant gaat daardoor heel makkelijk. Pot het kluitje met munt op in een potje met potgrond, geef direct water en zet het koel en in de schaduw. Zodra de plant weer goed groeit kun je haar uitplanten.
Munt in pot heeft regelmatig voldoende vocht nodig. En omdat de plant veel stengels en blad maakt heeft ze ook een gemiddelde hoeveelheid voeding nodig. In potgrond zit voldoende voeding voor 8 weken, daarna kun je bijvoorbeeld een kruidenmest gaan geven volgens de aanwijzingen op de verpakking. Ook in de volle grond zul je wat voeding moeten geven, maar dan heeft ze wat minder nodig, munt in de volle grond groeit veel sneller dan munt in pot. Geef in de volle grond een wat kleinere hoeveelheid voeding dan op de verpakking staat aangegeven, en geef het in de lente en nogmaals in de zomer.
Je oogst de stengels en/of de blaadjes wanneer je wilt, mits de planten groot genoeg zijn en er altijd wat stengels en blaadjes over blijven om voor nieuwe groei te zorgen.
Als je de plant in een pot hebt kun je de pot in de herfst bijvoorbeeld in een koude kas of platte bak zetten, of anders in een garage of in de zon tegen het huis. Mede afhankelijk van het weer kun je dan vaak nog een paar weken langer oogsten. Dat geldt ook voor het voorjaar; als je begin februari voor wat extra licht en warmte kunt zorgen zullen de planten ook iets eerder uitlopen en kun je er vanaf maart al weer van oogsten.
Tekst en beeld: Diana Stek
