Voedselstruweel in het kort
In een voedselstruweel boots je struikgewas en bosranden na met een gelaagde beplanting van vaste planten, struiken en kleine bomen, waarvan zoveel mogelijk eetbaar is.
De plek voor een voedselstruweel:
- humusrijke, matig tot voedselrijke bodem;
- zon of halfschaduw;
- een licht vochtige tot matig droge bodem is ideaal, maar je kunt de beplanting op vochtiger en droge grond aanpassen.
Belangrijkste onderhoud:
- snoeien;
- de bodem bedekken met snoeisel, blad of compost. wat achterblijft is donkere, korrelige aarde: humus. Omdat er weinig erosie is, bouwtde voedselvoorraad zich in bossen en struwelen snel op. Zo houden struwelen dus zelf hun perfecte bodem in stand. Humus absorbeert water alshet vochtig is en geeft dat af bij droog weer, waardoor de planten daar minder last van hebben. Mijn tuin ligt bijvoorbeeld op duinzand, dat vanzichzelf erg droog is. Toch hoef ik nooit water te geven dankzij alle humus in mijn bodem. En omdat voedsel met water meebeweegt is mijn voedselstruweelheel voedselrijk geworden.
Lees het hele artikel van Iris Veltman over voedselstruwelen hier of kijk in het maartnummer 2023 van Groei & Bloei pag. 44 t/m 49.
Illustratie Iris Veltman