Zelf inheemse geraniums zaaien

Zelf inheemse geraniums zaaien

Wilde planten, die zet je toch niet in je tuin? “Juist wel!”, zegt Marijke Akerboom. “Planten die hier van nature thuishoren zijn heel waardevol omdat ze veel insecten en ander leven aantrekken. Bovendien zijn ze vaak prachtig, maar omdat we ze in de natuur bijna niet meer tegenkomen, zijn we dat vergeten.” Dat moet veranderen, vindt Marijke. In deze eerste aflevering tipt ze drie geweldige geraniums. Van beemdooievaarsbek (foto boven) en bermooievaarsbek kun je nu zaden bestellen.

Inheemse geraniums

Geraniums kent iedereen, ze zijn er in allerlei soorten en kleuren. We hebben ze allemaal wel in de tuin. Zelf vind ik de inheemse Geranium pratense of beemdooievaarsbek het allermooist. Ze heeft prachtige blauwe bloemen met witte aderen. In de natuur is niets zomaar toevallig. Die witte aderen wijzen de insecten de weg naar de nectar, diep binnen in de bloem. En insecten zien nog veel meer, ze zien de bloemen in ultraviolette kleuren die wij als mens niet kunnen waarnemen. Alles in de bloem is erop gericht zo snel mogelijk insecten naar zich toe te lokken en bestoven te worden, zodat ze zich kunnen voortplanten.
De beemdooievaarsbek trekt heel veel verschillende soorten insecten. Hommels, vlinders, zweefvliegen en ook veel soorten solitaire bijen maken er gebruik van. De nectar van de beemdooievaarsbek is namelijk heel suikerrijk, dus erg populair.

Bestel hier beemdooievaarsbek en de bermooievaarsbek 

De tuinbladsnijder op beemdooievaarsbek

Dit jaar zag ik regelmatig de tuinbladsnijder op de bloemen van de beemdooievaarsbek om nectar te drinken. De tuinbladsnijder is een van de dertien soorten behangersbijen, die oorspronkelijk in Nederland leven. Het is een middelgrote bij met dichte, oranje beharing op haar buik. Met die haartjes verzamelt ze stuifmeel dat ze naar de plek brengt waar ze haar nestcellen maakt. Die nestcellen maakt ze in rottend hout, in muren of holle stengels. Ze kan dus ook haar kraamkamers maken in een goed insectenhotel.
Het bijzondere van deze bij is dat ze haar nestcellen maakt van stukjes blad. Uit een stevig blad bijt ze ovale stukjes en vliegt daarmee naar haar nestplek. Vaak gebruikt ze daarvoor rozenblad. Ze behangt het kamertje met die stukjes blad en als het eitje is gelegd knaagt ze een perfect passend rond blaadje uit om de cel mee af te sluiten.
Als je behangersbijen zoals de tuinbladsnijder in je tuin hebt, kun je rozenbladeren zien waaruit de ovale en ronde stukjes zijn gehaald.
Bij mij koos de grote bladsnijder, ook een behangersbij, de buitentafel uit waaraan ik plantjes aan het verspenen was. De tafel was uiteraard niet meer zo best en viel bijna uit elkaar. Perfect dus voor de bladsnijder. Terwijl ik aan het verspenen was, hoorde ik steeds gezoem bij mijn oor. Toen ik uiteindelijk opkeek, zag ik een bij met een groot stuk blad tussen haar kaken, die maar om mij heen bleef vliegen. Ineens begreep ik het. Onder de krat met planten was deze bij net bezig om nestcellen te maken in het rottende hout van de tafel. Nadat ik snel de krat verplaatste zag ik dat er nog veel meer behangersbijen bezig waren met nestcellen in de tafel. De rest van de dag heb ik niets meer verspeend, maar gefascineerd gekeken hoe al die beestjes te werk gingen. Een prachtig gezicht!

Waardplant voor vlinders

Vlinders maken ook graag gebruik van de nectar van de beemdooievaarsbek. Maar er zijn ook vlinders die de plant gebruiken als waardplant. De bonte beer en het bruin blauwtje leggen er hun eitjes op en de rupsen van deze vlinders eten van de plant. 
De beemdooievaarsbek doet het op veel plaatsen, zowel op klei als op zand. De bodem moet een beetje vochtig blijven en het liefst wat kalk bevatten. Ze wordt 30 tot 90 centimeter hoog. De bloei valt in juni-juli, maar als je de uitgebloeide bloemen eruit knipt, blijft ze doorbloeien. Ze staat graag in de zon of halfschaduw.

Parkbronsgroefbij

Er zijn nog meer mooie wilde geranium soorten die het prachtig doen in een wat natuurlijker tuin. De bermooievaarsbek, Geranium pyrenaicum, is er een van. Deze ooievaarsbek met helder roze bloemen bloeit al vroeg in het jaar en blijft nieuwe bloemen maken tot in de herfst. Het is echt een plant waar je vrolijk van wordt. Ze groeit van nature in bermen en op dijken, maar handhaaft zich ook prima in een tuin, in de zon of halfschaduw. Ze staat het liefst in wat open grond en zaait zich dan ook rijkelijk uit. Als het te veel van het goede wordt, kun je de planten heel makkelijk verwijderen.
Uiteraard zijn veel insecten er ook dol op. Hommels en honingbijen komen op de bloemen af voor stuifmeel en nectar. Maar ook kleine, solitaire (of wilde) bijtjes maken er gebruik van, zoals de parkbronsgroefbij, een heel klein bijtje dat niet groter is dan 7 mm. Als je niet beter weet, kun je ze zomaar verwarren met kleine vliegjes. Ze komen in het hele land voor en zijn vaak in tuinen te vinden, ook in stedelijk gebied. Ze maken hun nest in de grond door een gang te graven met aan weerszijden kamertjes. Deze nestcellen zijn waterdicht en worden gevuld met stuifmeel en nectar van bijvoorbeeld de bermooievaarsbek. Daarna legt de bij er een eitje op en sluit het celletje af.

Tweekleurige zandbij

De donkere ooievaarsbek, Geranium phaeum, is een wilde plant die ook op een schaduwplek tot haar recht komt. Eigenlijk komt ze uit de berggebieden van Europa, maar ze werd in de 17e eeuw door rijke handelaars meegenomen en belandde in de tuin van hun stinzen (buitenhuizen) in Friesland. De stinzenplant verspreidde zich vanuit die buitenplaatsen door Nederland en wordt nu als inheems gezien. De plant valt op door haar mooie donkerrode, bijna zwarte, bloemen die van mei tot soms wel in september te zien zijn.
Van nature groeit ze aan de rand van vochtige, voedselrijke loofbossen, maar in de tuin, waar minder concurrentie is, houdt ze zich ook staande op drogere plaatsen, als er maar wat schaduw is. Zelfs in diepe schaduw komt ze nog tot bloei, een ideale plant dus voor een schaduwrijke plek in de tuin.
Net als andere inheemse ooievaarsbekken is ze erg interessant voor insecten. Ze bloeit vroeg in het jaar, waardoor ze een belangrijke nectarleverancier is voor hommels. Naast groefbijtjes kun je ook de tweekleurige zandbij vinden op deze plant. Deze bij - de naam zandbij zegt het al - graaft haar nest in zanderige grond. De tweekleurige zandbij kun je overal in Nederland in je tuin tegenkomen. Ze is ongeveer een centimeter groot en met dat kleine lijfje maakt ze een nest in de grond, tot wel een meter diep. Doe haar dat maar eens na!

Zaad bestellen en zaaien

Enthousiast geworden over ooievaarsbekken? Je kunt ze zelf zaaien! Zaad van

Geranium pratense

en

Geranium pyrenaicum

vind je in de webshop van Groei & Bloei. 
Het najaar is de beste tijd om inheemse planten te zaaien. Dat doet de plant in de natuur zelf ook. Het is het handigst om gecontroleerd (in potjes/bakjes) te zaaien en ze later uit te planten op de gewenste plek. Het zaad van de hier besproken geraniums zal beter kiemen als de temperatuur in de winter een paar weken onder de 5° C blijft. Zaai je liever in het voorjaar? Zet het zaaisel bij een slechte kieming twee weken in de koelkast. 
Let op, ooievaarsbekken zijn onregelmatige kiemers. Het ene zaadje ontkiemt snel, het andere doet er een paar maanden over. De plant zorgt zo voor risico-spreiding. Je moet dus wel wat geduld hebben.

Combinatietips voor de geraniums

Geranium pratense gaat geweldig samen met dubbel zeepkruid (Saponaria officinalis ‘Roseau Plena’). Het zeepkruid bloeit als de beemdooievaarsbek haar mooiste tijd heeft gehad. Ze heeft opgaande en liggende stengels en maskeert daardoor het minder fraaie blad van de beemdooievaarsbek in de zomer. De bloemen van de ooievaarsbek komen daar mooi doorheen. Origanum vulgare, de wilde marjolein, bloeit tot in het najaar en is een enorme insectentrekker. Ook de rode beemdkroon (Knautia macedonica) is geliefd bij insecten en vult beemdooievaarsbek mooi aan. Deze beemdkroon-soort bloeit van het voor- tot het najaar.  
Geranium phaeum houdt van een schaduwrijk plekje en liefst iets vochtige grond. Voor schuimbloem (Tiarella wherryi) geldt hetzelfde. De witte aartjes van deze bodembedekker contrasteren mooi met de donkere bloemen van Ge-ranium phaeum. In het najaar verkleurt het blad rood. Ook de armeluisorchidee gaat goed samen met G. phaeum. Deze schaduwplant heeft prachtige kleine, ge-vlekte bloemetjes en bloeit in het najaar, van augustus tot oktober.

Geranium pyrenaicum vormt een mooi contrast met de kranssalie Salvia verti-cillata ‘Purple Rain’. De paarse bloemen van deze salvia staan in kransen rond de stengel. Bloeit van juli tot september. Je zou er ook sierklaver (Trifolium ru-bens) naast kunnen zetten. Deze opvallende, sterke vaste plant bloeit van juni tot augustus en heeft purperrode, cilindervormige bloemen. Penstemon ‘White Bedder’, een slangenkop met witte bloemen, bloeit van juli tot aan de eerste vorst en vormt een fraai contrast met de helder roze schoteltjes van Geranium pyrenaicum.  

Over Marijke Akerboom

Tot 2024 kweekte Marijke inheemse planten op haar kwekerij Ninabel in het Groningse Boerakker. Nu gebruikt ze haar kennis van inheemse planten en insecten voor het geven van lezingen en het schrijven van artikelen. En natuurlijk in haar eigen tuin, waar het krioelt van het leven. 

Uit: Groei & Bloei jan/feb 2025
Tekst Marijke Akerboom, beeld Sandra Verkic