Neta Palkovitz kweekt van alles en nog wat in haar kleine tuintje, maar Aziatische groenten zijn toch wel favoriet. Door de jaren heen heeft ze flink geëxperimenteerd in het Nederlandse klimaat, met wisselend succes. Hier zeven toppers: ze zijn allemaal mooi en makkelijk, groeien snel en hebben weinig ruimte nodig. En je zet altijd iets interessants op tafel! Je kunt zaden bestellen van al dat lekkers!
Je kunt bij G&B nog veel meer zaad bestellen, kijk hier voor ander zaad van groente en sierplanten
Kailan is ook wel bekend als Chinese broccoli of stengelbroccoli, en heeft kleine bloemhoofden met grote knoppen en een verfijnde smaak. Voor het allerlekkerste resultaat schil je de stengel voor het koken. Je kunt de hele plant eten, zelfs bloeiend - geen over het perfecte oogstmoment dus. Als je alleen de bloemhoofden oogst en de plant laat staan vormen zich nieuwe roosjes, net als bij broccoli. Zaai van juni tot in augustus en verplaats de zaailingen naar een eigen pot, of rechtstreeks naar de tuin. Bescherm ze tegen rupsen. Kailan is compacter dan broccoli, dus je kunt er meer van kwijt op een klein oppervlak - 25 centimeter tussenruimte is genoeg.
Een compacte winterpompoen met een donkergroene schil en stevig, geel vruchtvlees vol smaak. Ook wel bekend als Japanse pompoen, al komt-ie eigenlijk uit Amerika. Deze kabocha is betrouwbaar en dus goed geschikt voor beginnende tuiniers. Normaal moet je pompoenen een meter uit elkaar planten, maar door de bossige groeiwijze (dus niet met die lange ranken) is een tussenruimte van 60-80 centimeter genoeg. Als je grond goed is zullen ze het prima doen. Zaai tussen maart en mei en verplaats na half mei naar buiten. Hij is klaar om te oogsten als de schil hard is (even kloppen) en het blad naast de steel droog is. Niet meteen opeten! Als je hem een maandje op een droge plek bewaart wordt het vruchtvlees nog steviger en zoeter.
Mizuna of Japanse mosterdsla is een geweldige bladgroente. Het jonge blad kun je rauw in een salade gebruiken, ouder blad kun je beter koken. Als je mizuna plant voor salades, behandel ’m dan als pluksla: zaai een heleboel, dicht op elkaar. Ik gebruik graag balkonbakken, in een pot kan het natuurlijk ook. Als de blaadjes ongeveer 10 centimeter lang zijn, snij ik ze af. Wil je grotere planten, zaai dan dun en zet de zaailingen ongeveer 30 centimeter uit elkaar. Oogst de buitenste bladeren, zodat de plant meer blad kan produceren. Zo kun je blijven oogsten tot de plant gaat bloeien. Zowel voor kleine als grote planten kun je mizuna zaaien vanaf april tot in september. Neem van mij aan, deze wil je in november in je salade-uit-eigen-tuin!
Heb je je ooit afgevraagd wat er voor kiemen op je sushi zitten? Daikon radijskers is heel makkelijk en snel, en geeft elk Aziatisch gerecht restaurantallure. De kiemen hebben veel smaak, met een vleugje radijs. In Nederland kun je ze in groen en rood/paars krijgen. Zaaien doe je in een zaaitray met zaai- en stekgrond, of een mengsel van zand en aarde. Bedek de zaadjes heel licht. Omdat het kiemen zijn, hoef je je niet druk te maken om plantafstanden. Houd de aarde vochtig en na een dag of tien heb je een lekkere aanvulling op je salades, Aziatische gerechten of zelfgemaakte sushi. Je kunt ze het hele jaar door in de vensterbank zaaien.
Kleine, rankende pompoen met feloranje schil en vruchtvlees. Hij wordt ook wel ‘Rode Hokkaido’ of ‘Red Kuri’ genoemd. Dit is de pompoen die je in bijna elke supermarkt in Nederland vindt, en die populariteit is niet voor niks: hij is supermakkelijk te kweken, ook biologisch: een aanrader voor beginners en mensen met weinig ruimte. Zelfs in een pot op je balkon moet het lukken, mits je er 40 liter aarde in kwijt kunt. Het is een vroege soort: zaai je binnen in maart-april en zet je de planten na de ijsheiligen buiten, dan kun je in augustus al oogsten. Verder werkt het hetzelfde als bij de kabocha pompoen, maar ‘Uchiki Kuri’ kun je laten klimmen. Zorg er dan wel voor dat de pompoenen ondersteund worden, wat niet al te moeilijk is omdat ze klein en niet zwaar zijn.
Een bladmosterd met grandeur, prachtig in de wintertuin. De rode variant wordt ook wel grote rode mosterd of bladmosterd ‘Red Giant’ genoemd en is heel mooi - hoe kouder het wordt, hoe intenser de kleur. De groene is ook mooi, en net zo makkelijk. Zaaien kan van maart tot en met september. De kleine blaadjes kun je oogsten voor in een salade, ze smaken mild mosterdachtig. Als je grotere planten wilt, zet ze dan 20 centimeter uit elkaar. Oogst als de buitenste bladeren 25 centimeter lang zijn. Ik heb er nog tot januari van kunnen oogsten, maar ze zijn niet winterhard zoals boerenkool, een beetje vorst nekt ze. Het grote maatje moet je wel koken.
Dit vind ik de beste koolsoort ever. Heel makkelijk - mits je een paar regeltjes volgt -, smakelijk, en nog snel ook! Je kunt verschillende soorten zaaien: groen, paars, mini met klein blad en dikke stelen of het Kantonese type met groot, groen blad en knapperige witte stelen. Allemaal doen ze het fantastisch in Aziatische gerechten. De jonge blaadjes zijn lekker in de sla, of in snelle roerbakgerechten. De volwassen plant wordt in tweeën gesneden en gekookt in saus, of gegrild voor in de soep. Zaai paksoi van juli tot september, liefst meteen ter plekke want hij wordt niet graag verplant. Doe je dat toch, of wordt het te warm, dan schiet-ie makkelijk door. In tegenstelling tot andere Aziatische bladgroenten, waarvan ik steeds een beetje oogst, oogst ik paksoi in zijn geheel.
Tekst en beeld: Neta Palkovitz
Uit Groei & Bloei maart 2022
