Zie je na de oogst van je aardbeien lange uitlopers aan de planten zitten, dan heb je toekomstige plantjes in het vizier! In het tweede en derde jaar is de oogst het grootst, daarna neemt-ie af. Omdat een aardbeienbed dus regelmatig toe is aan vernieuwing, is het aan te raden om elk jaar jonge aardbeiplantjes bij te planten. En die jonge plantjes, die zitten aan de uitlopers! Stek ze en je bent verzekerd van doorlopend aardbeien plukken.
Een aardbeiplant kan wel tien tot twaalf uitlopers maken die zich opnieuw wortelen in de grond. Als je niet van plan bent stekjes te nemen, knip die uitlopers dan van de moederplant af zodat zij alle energie in de vruchtvorming kan stoppen. Wil je wel stekken, bijvoorbeeld omdat je een nieuw aardbeienbed wilt aanleggen, dan is augustus daar een goede tijd voor. Kies een mooie, grote moederplant, laat twee of drie van haar uitlopers zitten en knip de rest weg. De uitlopers die het dichtst tegen de moederplant aan zitten zijn het sterkst. Die gebruik je dus voor het stekken van nieuwe aardbeiplantjes.
Er zijn twee manieren om de uitlopers te vermeerderen: meteen in de vollegrond of eerst nog even in een bloempotje. In de vollegrond is het makkelijkst, want dan laat je de uitloper aan de moederplant vastzitten en hoef je alleen maar de uitlopers weg te halen die uit de door jou gekozen stek groeien. Heb je gekozen voor de ‘bloempotmethode’, vul dan een potje met potgrond. Laat ook nu de uitloper aan de moederplant vastzitten, maar graaf hem los uit de grond. Stop het stuk waar de worteltjes zitten in het potje en zet hem vast met een krammetje, zodat-ie op zijn plek blijft zitten. Zet het potje naast de moederplant, geef geregeld water en wacht rustig af. Als alles volgens plan verloopt, heeft hij na enkele weken al wat meer blaadjes gevormd. Zie je dat de stek zelf een nieuwe uitloper maakt, haal die dan weg.
Zodra de stek stevig vastzit in het potje, kun je hem losknippen van de moederplant. Wanneer de worteltjes zo lang zijn dat ze onder uit het potje tevoorschijn komen, is het tijd om je plantje uit te planten in het aardbeienbed. Houd 30 à 40 cm afstand aan tussen de plantjes en zo’n 50 cm tussen de rijen. Plant ze niet te diep en geef ze water na aanplant. Om uitdroging van de grond tegen te gaan, kun je een laag mulch rond de planten leggen. En wil je het helemaal goed doen, leg dan een laagje stro tussen de aardbeien. Dat zorgt ervoor dat de vruchten die op de grond hangen niet gaan rotten én het beschermt de plant tegen schimmels.
Uit: Groei & Bloei juli/augustus 2023
Tekst: Nicolien van Doorn
Beeld: iStockphoto
