Neta Palkovitz is beperkt in tijd, maar ook in ruimte. Toch tovert ze de grootste verrassingen uit haar Leidse minimoestuin. Dit keer kweekt zij de roze tomaatjes ‘Podland pink’ in haar tuin. Zonder kas en het lukte! Wil je ook een poging wagen? In 7 stappen naar lekkere tomaatjes!
Voor mij begint het tomatenseizoen midden in de winter, als er weinig te doen is in de tuin, en ik zaden mag uitzoeken. Liefst in een luie stoel, met een warme kop thee binnen handbereik. Tomatenzaad kiezen is niet makkelijk, er zijn zoveel aantrekkelijke rassen. En er staat veel op het spel als je een klein tuintje hebt: er is geen ruimte voor fouten!
Afgelopen winter werd ik verliefd op een plaatje van ‘Podland pink’ tomaten. De mooie roze kleur, de interessante vorm en het compacte formaatje vond ik bijzonder aanlokkelijk.
Ik móést wel zaad bestellen, en kon haast niet wachten tot ik mocht gaan zaaien. Toen mijn bestelling binnenkwam, bestudeerde ik de zakjes en schrok: telen onder glas! Ik heb geen kas, moest ik het toch proberen en een mislukte oogst riskeren? Uiteindelijk besloot ik dat ik zo graag kleine roze tomaatjes wilde dat ik het erop ging wagen, en er gewoon alles aan zou doen om een goede oogst te krijgen. Dus kregen deze tomaatjes de beste plek in mijn kleine tuin: volop zon, uit de wind, goed gedraineerd en vlak bij het huis, dus wat warmer. Voor de nodige steun zette ik bamboestokken klaar.
Het zomerse resultaat was een prachtige, gezonde plant, vol gele bloemetjes. De vruchtjes waren eerst heel licht groen, bijna wit. Toen kregen ze roze blosjes, om uiteindelijk helemaal roze en rijp te worden. Wat een verrassing dat deze tomaten het zo goed deden, zeker in vergelijking met andere tomaten die ik dat seizoen probeerde, terwijl ze eigenlijk niet geschikt waren voor mijn tuintje. Het was een hele goeie, smakelijke gok!
1. Kies een geschikt tomatenras, of volg je hart en gok op het meest interessante dat je kunt vinden.
2. Voor een lang groeiseizoen begin je in februari al met zaaien. Doe dat in de vensterbank, daar is het warm en zonnig, en hou de aarde vochtig.
3. Zodra de zaailingen ‘echte’ blaadjes hebben (kleine blaadjes die lijken op tomatenblad), kun je ze in potjes zetten, met een label - tenzij je later verrast wilt worden.
4. Zet de jonge planten na half mei buiten, op het beste plekje dat je hebt: met veel zon, weinig wind en gezonde, goed gedraineerde grond. Geef ze ook steun, want
tomatenplanten worden groot, en erg zwaar als er tomaten aan komen.
Een bamboestok is prima, een obelisk kan ook.
5. Als er bloemetjes verschijnen kun je de planten voeding geven, ik koos voor biologische vloeibare mest voor groenten. Volgens de instructies moet je dat wekelijks geven, maar
dat doe ik nooit. Als je grond goed is en het blad ziet er gezond uit (niet geel) vind ik eens per maand genoeg.
6. Haal regelmatig de kleine uitlopers in de oksels weg (dieven). Meer hierover in deze video 'Tomaten dieven'
7. Oogst op het juiste moment, als de vruchten rijp zijn, maar nog niet te
zacht, en geniet van je tomaten!
Tekst en beeld: Neta Palkovitz
