Wintergroen en oersterk, dat is de laurierkers ofwel de Prunus laurocerasus. Het is ook een snelle groeier, dus hoe hou je hem in toom en hoe en wanneer kun je hem snoeien? Gerard van Buiten van de Botanische Tuinen Utrecht laat het je zien. Gerard vertelt ook welke soort je het best kunt aanplanten.
De laurierkers is een hele makkelijke struik, handig voor het opvullen van gaten in je tuin. Hij kan in de (niet al te diepe) schaduw en hij kan in de zon. In de winter blijft hij groen, wat ook een pluspunt is. Hij bloeit in mei met crème-witte kaarsjes.
De laurierkers kun je eigenlijk het hele jaar snoeien. Een uit de kluiten gegroeid exemplaar kun je zelfs helemaal afzagen. Hij zal weer uitlopen. Doe dat rigoreuze klusje bij voorkeur net na de winter.
De meest gebruikte is Prunus laurocerasus ‘Rotundifolia’ met grote glimmende, lichtgroene bladeren. Die wordt erg groot, wel 5 meter hoog. Prunus laurocerasus ’Schipkaensis’ blijft veel compacter, groeit meer in de breedte en blijft lager. Het blad is kleiner en hij heeft mooi donkergroen blad.
