Het dwergnarcisje ’Topolino’ is een vrolijke en zeer natuurlijke verschijning. De smalle, groene bladeren lijken op grassprieten en geven de narcis een bijzondere uitstraling. De puntige, crèmekleurige bloemblaadjes staan als een ster rond het gele trompetje.
Je kunt deze narcis in een pot zowel in huis als op balkon of terras zetten. Alle potnarcissen zijn oersterk, bloeien lang en je hoeft ze geen plantenvoeding te geven. Regelmatig watergeven volstaat. Wanneer de narcissen zijn uitgebloeid, zet ze dan voor een tweede leven (zonder potje) in de tuin, op een lichte, zonnige plek. Geef de planten nog even de tijd om helemaal af te sterven en haal dan het verdorde blad eraf. De narcissen komen dan elk voorjaar opnieuw tot bloei.
Waar komt de naam narcis vandaan?
De trompetjes van narcissen, ook die van Topolino, kijken naar beneden. Volgens de legende komt dit echter niet voort uit bescheidenheid maar uit ijdeltuiterij. Volgens de legende wilde de knappe jongeman Narcissus eeuwig jong en aantrekkelijk blijven. Om dat te bereiken, mocht hij niet in een spiegel kijken. De ijdeltuit is zo vol van zichzelf dat hij elke liefde van een vrouw afwijst. De teleurgestelde vrouwen vragen de wraakgodin Nemesis om in te grijpen. De godin neemt Narcissus mee naar een vijver en verleidt hem om in het water naar zijn spiegelbeeld te kijken. Narcis buigt zo ver naar voren dat hij in het water plonst en verdrinkt. De mooie, gele bloemen die aan de rand van de vijver verschijnen, heten vanaf dan narcissen.
