Naar de lijst met handige planten voor je geveltuintje
De belangstelling voor geveltuinen is de laatste jaren flink gestegen. Verschillende gemeenten moedigen de aanleg ervan zelfs aan en daar hebben ze goede redenen voor. Door de toename van verharding in de steden kan het regenwater op steeds minder plaatsen in de bodem zakken. Dat is een probleem, want hoe meer water door de bodem wordt opgenomen, hoe beter het is. Anders moet het namelijk worden afgevoerd door het - steeds vaker overbelaste - riool.
Positieve effecten
Geveltuintjes hebben meer positieve effecten. In de stad wordt het soms 4 tot 5 graden warmer dan op het platteland. Dat komt omdat gebouwen en asfalt zonnewarmte absorberen en weer afgeven aan de omgeving. Dit fenomeen heet hittestress of Urban Heat Island Effect. Begroeide gevels (en daken) voorkomen dat gebouwen warmte opnemen. Daarnaast wordt de lucht ook nog eens gekoeld doordat planten vocht verdampen.
Luchtkwaliteit
Geveltuintjes hebben ook een positief effect op de luchtkwaliteit, de luchtzuiverende werking van planten draagt namelijk bij aan de vermindering van fijnstof. Ten slotte trekken geveltuinen met een gevarieerde beplanting een verscheidenheid aan levensvormen aan. Allerlei diertjes
vinden er voedsel en beschutting.
Stappenplan
- Vraag na bij de gemeente of een geveltuin is toegestaan en onder welke voorwaarden. Check of je de weggehaalde stenen moet bewaren en (voor huurders) of je steunmateriaal aan de muur mag bevestigen.
- Voor huurders: vraag bij de verhuurder na onder welke condities een geveltuin mogelijk is. Er kan bijvoorbeeld door de verhuurder worden geëist dat bij verhuizing de oorspronkelijke situatie wordt hersteld.
- Bepaal de plek en de situatie: zon/schaduw, droog/vochtig, wind, etc.
- Bepaal de grootte van het plantvak. Breng eventueel een verhoging (afscheiding tussen het trottoir en het plantvak) aan. Laat ventilatieroosters vrij.
- Bedenk waar de uitgegraven grond en tegels heen moeten.
- Bereken de benodigde hoeveelheid tuinaarde en de hoeveelheid planten.
- Kies geschikte planten. Houd rekening met de ligging (zon/schaduw), de wind (sommige straten vormen een tochtgat waar de wind hard doorheen blaast) en of het geveltuintje veel regen vangt of juist niet. Zorg voor variatie in hoogte, bloem- en bladkleur, bloeitijd, sfeer, wintergroen of bladverliezend, et cetera.
- Breng eventuele klimsteunen aan.
- Bereid het plantvak goed voor. Graaf de grond een spade diep af en breng voldoende verse tuinaarde op.
- Geef de eerste weken regelmatig water, zodat de planten goed aanslaan. Geef verder ieder voorjaar wat organische mestkorrels en dek de grond eventueel af met een mulchlaag van compost of houtsnippers.
TIPS
• Plant geen bomen of grote heesters, ook geen leibomen. De wortels kunnen de verharding opdrukken en ondergrondse kabels en leidingen beschadigen. Leifruit op een zwak groeiende onderstam kan wel.
• De huisaansluitingen (kabels en leidingen!) en het trottoir in de openbare ruimte mogen niet beschadigd worden. Houd daarom voldoende afstand van de entree, graaf voorzichtig en niet meer dan een spade diep (max. 30 cm).
• Het groen moet goed te onderhouden zijn en passen bij de situatie. Dus kies geen hoge weelderige planten die gaan hangen over het trottoir.
Tekst Marianne van Rooden Beeld Marianne van Rooden e.a.
Tuin- en landschapsontwerper Marianne van Rooden iwas betrokken bij het project geveltuinen in de Veste, in de Helmondse Vinex-wijk Brandevoort.