Aardbeien!

Aardbeien!

Dat ziet er heerlijk uit, zo'n glanzende, sappig rode aardbei. Gek genoeg valt de smaak van gekochte aardbeien soms tegen. Zelfgekweekte vruchtjes zijn smakelijker en voller van aroma. Probeer het uit, in een pot op het balkon of in de tuin.

Het is zo eenvoudig en je kunt ze de hele maand nog planten. Zoek eerst een geschikte plek: beschut, zonnig of eventueel in halfschaduw. De grond moet vruchtbaar en humusrijk zijn, dus vul de aardbeienpot met potgrond of verbeter het perk met goede tuinaarde. De planten houden niet van een natte standplaats of grond met een dichte structuur.

De verschillende aardbeirassen zijn te verdelen in eenmaal dragende en doordragende soorten. Van de eenmaal dragende types, zoals ’Elsanta’, ’Gorella’, ’Korona’ en ’Polka’, pluk je de vruchten eind mei en juni.
De oogst van doordragende soorten valt later en duurt langer: van juni tot oktober. Enkele namen: ’Charlotte’, ’Mara des Bois’, ’Ostara’, ’Rapella’ en ’Selva’.
Kies uit elke categorie wat planten, dan blijf je een zomerlang doorsnoepen van zongerijpte aardbeien uit eigen tuin! Nog een tip: spreid in het perk een bodempje stro tussen de rijen aardbeiplanten. De rijpende vruchtjes drogen zo sneller op na een regenbui.

Beeld: iStock