Labboon: sierlijke klimplant en smaakmaker in je eetbare tuin
Een eetbare tuin hoeft allang niet meer te bestaan uit enkel rechte rijen sla of courgettes. Kies ook eens voor eetbare planten die prachtig bloeien. Een perfect voorbeeld? De labboon (Dolichos lablab). Deze bijzondere klimplant combineert sierwaarde met een verrassende culinaire twist – en je zaait hem zó zelf in je tuin. Je kunt nu zaden bestellen in onze webshop.
Een blikvanger met bonencharme
De labboon ziet eruit als een traditionele boon, maar is een echte buitenbeentje onder de klimplanten. Met zijn diepgroene, hartvormige bladeren, roodachtige nerven en prachtige paars-roze vlinderbloemen is hij een lust voor het oog. Vanaf juli verschijnen de sierlijke bloemen in de bladoksels, gevolgd door dieprode peultjes.
Labboon zaaien: makkelijk en snel
Labbonen zaaien is eenvoudig en leuk. De zaden zelf zijn al kleine juweeltjes: plat, zwart met een wit randje. Ze kiemen snel en groeien daarna vlot door. Zorg dus op tijd voor klimsteun, want de ranken slingeren zich enthousiast omhoog. Ideaal voor wie houdt van snelle resultaten en een weelderige uitstraling in de tuin.
Eetbaar én exotisch
In landen als Kenia, Suriname en delen van Azië is de labboon een vast onderdeel van de keuken. Het blad wordt geroerbakt, jonge peulen verdwijnen in curry’s, en van de zaden kun je zelfs een tofu-achtig product maken. Let wel op: de plant bevat van nature licht giftige stoffen. Kook het blad en de bonen daarom goed, en ververs het kookwater om eventuele stoffen te verwijderen.
Altijd labbonen bij de hand
Eenmaal verliefd op de labboon? Dan is het fijn om te weten dat je elk jaar opnieuw kunt zaaien – gewoon met je eigen geoogste zaden. Laat de peulen aan de plant rijpen tot ze hard en bruin zijn. Haal de zaden eruit, laat ze nadrogen en bewaar ze koel en donker. Of geef ze cadeau: een zelf geoogd zakje ecologisch labboonzaad is een origineel én duurzaam presentje.
Zin om de labboon zelf te proberen? Bestel nu zaden in de webshop van Groei & Bloei .
Uit: Groei & Bloei mei 2025
Tekst (bewerkt) en beeld: Fransje van Dorp