Deze vruchtgroente is niet meer weg te denken uit het Nederlandse eetpatroon, je kunt ze rijp en onrijp eten, rauw, gestoofd, gevuld, gebakken, etc.. Paprika´s zijn niet makkelijk zelf te telen maar met onderstaande tips vergroot je de kans op een goede opbrengst.
De paprikaplant is meerjarig maar niet vorstbestendig. De vruchten verkleuren altijd wanneer ze rijp zijn. Onrijp is ze ook eetbaar (de kleur is dan groen, crèmewit of paars), de smaak is dan fris, knapperig, kruidig en licht bitter. Als paprika’s rijpen (naar rood, oranje, geel of chocoladebruin) wordt de smaak zoeter en sappig.
Er zijn veel rassen voor de teelt in een kas of tunneltje. Voor de buitenteelt kies je vroege rassen die geschikt zijn voor een koel klimaat.
Voorbeelden van rassen voor de teelt in een kas of tunnel:
- Big Dipper
- California Wonder
- Corno di Toro Rosso
- Cubanelle
- Elephant Ear
- Golden Treasure
- Marconi (Red, Yellow, Purple)
- Nocera Giallo
Voorbeelden van rassen voor de buitenteelt:
- Gypsy Baron
- Kaboutermuts
- Earliest Red
- Lipstick
- Lunchbox
- Mini Bell
- Doe Hill
- Sweet Cayenne
In een kas of tunnel is de kans op een goede oogst het grootst. Voor de buitenteelt zijn er een aantal tips die kunnen helpen om te zorgen dat je toch voor het einde van het tuinseizoen rijpe vruchten kunt oogsten:
- Kies een vroeg ras
- Zaai vroeg, tussen eind januari en begin maart
- Houd de planten tot half mei op een lichte plaats in huis en zorg voor voldoende vocht en voeding
- Geef de planten een zonnig en beschut plekje in de tuin
- Houd een paprikaplant bij voorkeur in pot: die warmt sneller op dan de volle grond (en verwarmt dus ook de plantwortels). Er is meer controle over vocht en voeding en je kunt potten verzetten bij slecht weer en wanneer het herfst wordt.
Voor de kasteelt is dat minder belangrijk maar het blijft handig om vroeg te zaaien zodat de planten al goed gegroeid zijn als ze naar de kas kunnen. Ook in de kas kun je de planten in potten houden, maar ze groeien ook prima in de grond. Geef paprikaplanten bij het uitplanten (of 4 weken na het oppotten) wat organische moestuinvoeding en herhaal dat in juli. Geef niet teveel voeding want dat zorgt voor veel groei en blad maar weinig paprika’s.
Paprikazaden kiemen bij een temperatuur boven de 18 graden; zorg dus voor een warm plekje (maar niet warmer dan 30 graden). Ideaal is een elektrische propagator die op ongeveer 26 graden staat, maar overdag in een zonnig raamkozijn en in de avond bij een matig warme verwarming is ook een optie. Zaai de zaden in potgrond die je met wat grof zand of perliet wat luchtiger maakt. Dek de zaden af met een laagje zand of vermiculiet. Zorg dat de zaaisels altijd vochtig blijven. De zaden kiemen binnen 1 tot 3 weken, afhankelijk van de temperatuur.
Verspeen de zaailingen na het kiemen naar 9-centimeter potjes met potgrond waar je ook weer wat grof zand of perliet door mengt. Zet de zaailingen direct in een licht en zonnig raamkozijn bij een temperatuur van 16 tot 20 graden.
Na 2 weken worden de eerste echte blaadjes na de kiemblaadjes gevormd en vanaf dat moment gaat de groei wat sneller. Geef water wanneer nodig en bedenk dat de voeding in de potgrond 5 weken na het verspenen op is en je wat bij zult moeten voeden. Doe dat voorzichtig want een scherpe meststof kan voor het verbranden van de jonge worteltjes zorgen. Een optie is bijvoorbeeld om potgrond te gebruiken die langwerkende meststof bevat.
Houd de zaailingen binnen tot ze eind april naar de kas mogen, of half mei naar buiten.
Voor de buitenteelt verpot je de planten half mei naar een grotere pot (inhoud 7,5 liter, of 3 planten bij elkaar in een pot van 15 tot 20 liter). In de kas kun je de jonge planten in een plantgat met wat potgrond planten. Een andere optie is om een handvol fijngesnipperde brandnetelbladeren in het plantgat te leggen en daar de zaailingen met wat tuingrond in te planten.
Zet bij het planten gelijk een stok zodat je de planten in de zomer op kunt binden. Geef de paprikaplanten in een pot en in een kas regelmatig water. In de buitenteelt zorgen insecten en wind voor de bestuiving, in een kas/tunnel tik je elke dag even tegen de bloeiende planten zodat het stuifmeel op de stamper kan vallen. Verwijder slappe stengels die onderaan de planten groeien en weinig of geen bloemen dragen.
Oogst onrijpe paprika’s wanneer je wilt. Rijpe paprika’s oogst je tijdig want daarmee stimuleer je de plant om weer nieuwe bloemen te maken.
In de herfst kun je de laatste paprika’s onrijp oogsten, of de planten in pot op een lichte en vorstvrije plek zetten zodat er nog paprika’s kunnen rijpen.
