15 tips voor grassen in pot

15 tips voor grassen in pot

Grassen zijn prachtig, óók in potten. In principe kunnen zowat alle siergrassen in een pot groeien, zolang je je maar aan deze 15 spelregels houdt.

1. Kies je gras in functie van je pot

Een overhangend gras als Hakonechloa of Eragrostis curvula ’Totnes Burgundy’ komt pas tot z’n recht als de bladeren royaal over de rand kunnen hangen en de pot wat hoger staat. Strakke, recht opgaande grassen als Miscanthus staan erg mooi in een lineaire, stoere bak, bijvoorbeeld een vierkante bak van cortenstaal.


2. Grassen hebben ruimte nodig

Een pot van circa 30 cm doorsnee is ideaal. Kleinere grassen als Hakonechloa macra, Eragrostis curvula ’Totnes Burgundy’ of Pennisetum x advena ’Rubrum’ kun je in een pot van 20 cm houden. Flinke jongens als Miscanthus hebben meer ruimte nodig, zo’n 60 tot 70 cm - in de tuin neemt één Miscanthus immers makkelijk 1 m² in beslag!


3. Plant grassen nooit in een bolvormige pot

Wanneer je grassen later wilt verplanten of uit de pot wilt halen voor wortelsnoei krijg je ze er nooit meer uit. Neem een rechte, of nog beter, een conische bloempot, zonder dikke rand, dan gaat de kluit er het gemakkelijkst uit.


4. Gebruik vorstbestendige bloempotten

Gezien onze winters heb je vorstbestendige bloempotten nodig, die niet barsten als de (natte) potgrond bevriest en gaat uitzetten. De potten kunnen van (vorstbestendig) terracotta zijn, kunststof, hout of metaal.


5. Verzwaar de potten

Potten met hoge grassen hebben de neiging om bij sterke wind om te waaien. Je kunt de pot verzwaren door er voor het planten wat oude bakstenen in te leggen.


6. Gebruik universele potgrond

Grassen in pot plant je in universele potgrond (dus geen aarde uit de tuin). Potgrond neemt het water beter op en houdt het langer vast dan wat dan ook; in een pot is zo’n waterbuffer essentieel. Heb je voedzame grond in de tuin, dan kun je er wat van door de potgrond mengen, maar niet meer dan een kwart.


7. Bemest op tijd

Net als andere planten in pot, moeten grassen op tijd worden bemest, terwijl dat in de volle grond niet nodig is. Universele organische meststoffen voor de siertuin (of najaarsgazonmest) werken langzaam en geven in de lente en de zomer rustig de nodige voedingsstoffen af. Geef ’s zomers nooit mest of vloeibare voeding voor terrasplanten, dat is veel te krachtig. Daarvan schieten de grassen te fel op en vallen ze open. Vaak bloeien ze dan ook niet of maar heel weinig. 


8. Geef geregeld water

Net als terrasplanten en eenjarigen in bloembakken, hebben grassen in pot regelmatig water nodig. Bij warm zomerweer betekent dat: elke dag.

Hoe je weet dat je gras in pot dringend water nodig heeft? Als er zich een kiertje heeft gevormd tussen de potgrond en de pot. De grond is dan zo droog, dat hij krimpt.


9. Geef ook in de winter water

Zeker als de potten onder een afdak staan. Let vooral op bij wintergroene grassen zoals Carex, zonder water gaan ze dood. Bij grassen in pot die niet graag nat staan, zoals Eragrostis en Festuca, haal je voor de winter de schaaltjes weg. Hoge potten hebben vaak een reservoir onderin, dat zich helemaal kan vullen met water. Controleer dus regelmatig.


10. Verplaatst je potten bij strenge vorst

Gaat het hard vriezen? Verhuis je grassen dan naar een koude kas of zet ze bijeen en pak ze in met vliesdoek. Zorg dat ze uit de noordoostenwind staan!


11. Pas de Chelsea chop toe

Wordt het gras te hoog? Pas dan de Chelsea chop toe. Knip eind mei (de periode van de Chelsea Flower Show) de bladeren een derde tot de helft af. Het gras blijft steviger rechtop staan, valt minder open en wordt minder hoog. Je kunt deze truc ook perfect in de tuin toepassen.


12. Knip niet voor de winter

Knip je grassen in pot niet voor de winter af, dan mis je de prachtige wintersilhouetten en je plant verliest z’n natuurlijk isolatie tegen vorst en uitdrogende wind. Wacht met het afknippen van de dode stengels tot maart; knip  af tot op 5 à 10 cm.


13. Wintergroene grassen knip je niet af

Zien ze er na een paar jaar niet meer zo fris uit, knip ze dan af op het moment dat het gras nieuw jong blad aanmaakt. Dat is later dan de bladverliezende grassen: in april of mei.


14. Kam zo nu en dan het gras

Sommige wintergroene grassen in pot zitten na de winter met resten dode bladeren die de jonge, opkomende sprietjes remmen. Vooral grassen met fijn blad, zoals Festuca, Helictotrichon en Nassella, zijn gebaat bij een kambeurt. Ga in maart met je vingers of een (hand)hark door het gras en herhaal dit eventueel in september. Zo krijgt het hart van de plant weer lucht en licht.


15. Snoei na twee jaar de wortels

Na twee jaar krijgen de grassenwortels dringend nood aan ruimte. Ze hebben dan alle beschikbare plaats ingenomen en duwen tegen de randen en de bodem aan. Door zo’n dichte kluit kunnen de wortels niet meer ademen en maar gebrekkig water en voedingsstoffen opnemen.

Lees hier hoe je de grassenwortels van siergras in pot snoeit

Meer weten over (sier)grassen?

Deze tips zijn afkomstig uit het boek De mooiste grassen voor de tuin, van grassenkweker Tinneke Provoost en G&B-auteur Laurence Machiels. Met praktische info hoe je grassen in de tuin toepast en gedetailleerde beschrijvingen van meer dan 90 verschillende siergrassen. 

De mooiste grassen voor de tuin, Tinneke Provoost en Laurence Machiels, foto’s Artifix, Uitgeverij Lannoo. ISBN 9789401439893. € 24,99. 

Foto: Artifix Fotografie

Meer in deze categorie