Koudekiemers
Onder andere de volgende bomen en struiken produceren zaden met kiemrust, die door een koudeperiode wordt doorbroken:
Acer (esdoorn)
Amelanchier (krentenboompje)
Cercis canadensis (judasboom, alleen deze soort)
Chaenomeles (dwergkwee)
Colutea x media (blazenstruik)
Cornus (kornoeljes)
Corylus (hazelaars)
Cotinus coggygria (pruikenboom)
Cotoneaster (dwergmispels)
Crataegus (meidoorn)
Cydonia oblonga (kweepeer)
Cytisus scoparius (bezembrem)
Daphne (peperboompje)
Genista tinctoria (verfbrem)
Hamamelis (toverhazelaar)
Juglans (walnoot)
Ligustrum (liguster)
Lonicera (kamperfoelie)
Myrica gale (gagel)
Photinia (glansmispel)
Quercus (eik)
Rhamnus (vuilboom)
Ribes (ribes)
Rubus (framboos)
Sambucus (vlier)
Sorbus (lijsterbes en meelbes)
Symphoricarpos (sneeuwbes)
Syringa (sering)
Viburnum (sneeuwbal)
Warm en koud
Zaden die het beste kiemen na een warmtebehandeling gevolgd door een koudeperiode zijn:
Actinidia kolomikta
Elaeagnus angustifolia
Ilex (hulst)
Kalopanax pictus
Ostrya (hopbeuk)
Prunus (kers en pruim)
Rosa (roos)
Taxus (venijnboom)
Vaste planten
Vaste planten die kunnen worden gezaaid zoals beschreven in het artikel over koudekiemers in het oktobernummer 2008 van Groei & Bloei:
Acaena (stekelnootje)
Aconitum (monnikskap)
Alchemilla (vrouwenmantel)
Allium (sierui)
Angelica archangelica (engelwortel)
Aristolochia clematitis (pijpbloem)
Asarum europaeum (mansoor)
Astrantia (zeeuws knoopje)
Bupleurum (goudscherm)
Calamintha (bergsteentijm)
Cimicifuga (zilverkaars)
Clematis viticella
Corydalis (helmbloem)
Dicentra spectabilis (gebroken hartje)
Dictamnus albus (vuurwerkplant)
Eranthis hyemalis (winterakoniet)
Erythronium (hondstand)
Galanthus (sneeuwklokje)
Gentiana (gentiaan)
Geranium pratense (beemdooievaarsbek)
Gillenia trifoliata
Gladiolus (botanische gladiolen)
Helleborus (nieskruid)
Iris
Kirengeshoma palmata (japanse wasbloem)
Lamium (dovenetel)
Lewisia (bitterkruidsoorten)
Lunaria rediviva (vaste judaspenning)
Meconopsis cambrica (schijnpapaver)
Narcissus (narcis)
Paris quadrifolia (eenbes)
Phlox paniculata (vaste flox)
Phytolacca (karmozijnbes)
Primula (de bekendste sleutelbloemen)
Pulmonaria (longkruid
Pulsatilla (wildemanskruid)
Ruellia humilis
Saponaria officinalis (zeepkruid)
Saxifraga (steenbreek)
Sedum telephium ssp. maximum (hemelsleutel)
Tiarella (schuimbloem)
Tricyrtis (paddenlelie)
Veratrum (nieswortel)
Viola odorata (maarts viooltje)